Gentiaanblauwtje

Maculinea alcon. Gentiaanblauwtje Gentiaanblauwtje (Bron: Mark Zekhuis, Saxifraga)

Maculinea alcon

  • Fenofase: Zomersoort. Vliegt vanaf half juni in 1 generatie, met een piek tussen begin juli en half augustus. Eitjes zijn in de loop van juli te vinden als opvallende witte puntjes op de klokjesgentiaan.
  • Beschrijving: Eén van de grootste blauwtjes. Aan de onderkant van de vleugel zijn géén oranje vlekken te zien (wel bij heideblauwtje en icarusblauwtje), maar twee rijen zwarte, witomrande vlekken op een lichte, grijsbruine achtergrond (grijsblauwe onderkant bij het boomblauwtje). De bovenkant van de mannetjes is blauw, bij het vrouwtje grotendeels grijsbruin met het blauw gereduceerd tot de vleugelbasis.
  • Habitat: : Zeldzaam op natte heiden.
  • Voedsel rups: Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) tijdens eerste stadia, later gevoed in het nest van knoopmieren (Mymica spp.).
  • Overwintering: Als halfvolgroeide rups in het mierennest.
  • Meer informatie: www.gentiaanblauwtje.nl.

Waarnemingen voor deze soort