Eerste klimaatkaart Nederlandse flora: warmteminnende planten langs rivieren en in steden
FLORONSinds 1988 brengen vrijwillige waarnemers van FLORON de wilde planten van Nederland in kaart. Ze doen dat per vierkante kilometer. Elk jaar komt zo’n duizend vierkante kilometer aan bod. Een waarnemer noteert in een gebied van één bij één kilometer alle wilde plantensoorten die daar groeien. Omdat het niet mogelijk is om elke vierkante meter te bekijken, plannen waarnemers met de kaart of luchtfoto vooraf een gevarieerde route om zoveel mogelijk soorten te kunnen vinden: slootkanten, akkers, plekken waar recent gegraven is, een mooie berm, bos en stedelijk gebied worden uitgekamd. Nu, dertig jaar later, is vrijwel elk plekje in Nederland onderzocht en worden de ruim 35 miljoen waarnemingen op verschillende manieren geanalyseerd.
Gemiddelde temperatuur van alle plantensoorten
Eén van de analyses is het bepalen van de effecten van klimaatverandering op planten. Warmteminnende plantensoorten nemen toe, weten we, maar tot nu toe was nog grotendeels onbekend waar deze soorten het meest voorkomen. Om dit te bepalen is eerst van elke plantensoort de gemiddelde temperatuur berekend van het gebied waarin de soort wereldwijd voorkomt (het areaal). Hiervoor is een nieuwe methode ontwikkeld op basis van vrij beschikbare gegevens, namelijk 111 miljoen plantengegevens uit Europa in de wereldwijde GBIF-database en de gedetailleerde klimaatkaart WorldClim2. Zo heeft het areaal van de noordelijke soort Kleine knotszegge een temperatuur van gemiddeld 2,8 °C en het mediterrane Mosbloempje een temperatuur van 13,5 °C. De klimaatgegevens per soort zijn vervolgens gebruikt om de gemiddelde temperatuur van alle aangetroffen plantensoorten in elke vierkante kilometer in Nederland te berekenen met gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).
De klimaatkaart verklaard
Als we de klimaatkaart van de Nederlandse flora beter bekijken zien we drie patronen door elkaar lopen: de grote lijn van de kaart volgt goed de gemiddelde temperatuur in Nederland. In het zuiden en langs de kust is het warmer dan in het noorden en oosten. Daarnaast springt het rivierengebied eruit, vooral de plekken waar langs de Maas en de Rijn in de afgelopen decennia veel zand gewonnen is en nieuwe natuur is ontstaan. De kale zand- en kleigrond is daar begroeid geraakt met planten waarvan de zaden deels door de rivier uit zuidelijke streken zijn aangevoerd. Ten derde vallen stedelijke gebieden in Nederland op. In de versteende stad ligt de temperatuur soms wel een graad hoger dan op het platteland. Dit wordt ook wel het hitte-eilandeffect genoemd. Zuidelijke soorten worden aangevoerd via wegen en spoorlijnen. Andere soorten ontsnappen uit tuinen en kunnen daar door de iets hogere temperatuur soms ook zonder onze zorg overleven.
Al met al geeft de kaart een bijzondere kijk op het ruimtelijke patroon van de flora die zich aanpast aan een warmer klimaat, zowel op lokale als globale schaal.
Meer informatie
- Artikel Hoe onze flora en fauna veranderen door klimaatverandering
- Artikel An approach to calculate a Species Temperature Index for flora based on open data
Tekst: Laurens Sparrius en Edwin Dijkhuis FLORON; Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wereld Natuur Fonds
Foto: Jymm (leadfoto: Mosbloempje)
Kaart: Overname toegestaan met Creative Commons licentie CC BY