Blauwborst
De Blauwborst is in Nederland een broedvogel van moeras-, hoogveen- en natte heidegebieden. Zoals de naam al zegt heeft de Blauwborst een helderblauwe kin, keel en borst. Bij de in Nederland voorkomende ondersoort (L. s. cyanecula) zit hier een witte vlek in het midden, bij de ondersoort die in Noord-Europa voorkomt een rode vlek (L. s. svecica). Vanaf maart komen ze terug uit hun overwinteringsgebieden in Afrika, en keren weer terug in september.
In de 1e helft van de 20e eeuw kwam de Blauwborst vooral voor in Zuid- en Oost- Nederland, in de daar veel voorkomende broekbossen en hoogveengebieden. Hier nam door habitatvernietiging de populatie in de loop van de jaren gestaag af, maar vanaf de jaren '70 namen de aantallen weer toe. Dit vooral in voorheen weinig bezette gebieden. In de Biesbosch was de toename spectaculair, en ook in Zuidelijk Flevoland, dat werd drooggelegd in 1968, vestigden zich veel Blauwborsten. Vervolgens werd ook een toename vastgesteld in het westelijke rivierengebied, in de Delta, Groningen, De Peel, het oostelijk rivierengebied en in andere gebieden. De landelijke populatie bestaat nu uit zo'n 9.000-11.000 broedparen1).
Voor De Natuurkalender willen we weten:
- Wanneer wordt de eerste blauwborst gezien?
1) Bron: SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000.- Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.