Natuurjournaal 26 november 2023
Nature TodayDe kleine wintervlinder heeft een tegenstrijdige naam. De vlinders zijn er namelijk nu heel veel, midden in de herfst dus. Wanneer de winter begint, zijn er steeds minder te zien. Kleine wintervlinders komen vooral voor bij bossen, maar ook in stedelijk gebied waar genoeg bomen zijn. In het donker zie je de kleine, lichte vlinders in het licht van je koplampen dwarrelen. Alleen de mannetjes, want de vrouwtjes hebben helemaal geen vleugels! Om een vrouw te ontmoeten, gaan de mannen een uurtje na zonsondergang op boomstammen zitten wachten. De vleugelloze vrouwtjes kruipen daar omhoog. Heb je een bos(je) in de buurt? Ga met een zaklamp op pad de komende weken en je zult ze vast zien!
Aan zee heb je nu, in de herfst en ook nog in de winter, kans om de grootste meeuw ter wereld te zien. De grote mantelmeeuw is inderdaad groot: zeker 70 centimeter lang met een spanwijdte van meer dan anderhalve meter! En een mantel hebben ze ook: een donkergrijze, bijna zwarte rug en vleugels. De kleine mantelmeeuw is kleiner, slanker en heeft een lichtgrijze mantel. Let ook op de poten: bij de kleine geel, bij de grote roze. De grote mantelmeeuw is aan onze kust om te overwinteren. Hij eet alles wat hij aan (dode) dieren en vissen kan vinden, afval gaat er ook in. En als grote bullenbak heeft hij er geen enkel probleem mee om dat af te pakken van andere vogels.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto’s: Kars Veling; Joost van der Sluijs, Waarneming.nl