Warmtebeeld foto van vegetatie

Warmtebeelden helpen natuurbeheer

Stichting Bargerveen
6-DEC-2013 - Voor het regelen van hun temperatuur hebben veel dieren een gevarieerde omgeving nodig, waarin ze zich kunnen verplaatsen tussen warme en koele plekken. Beheermaatregelen als begrazing zijn gericht op het creëren van zo’n gevarieerde structuur. Eindeloos meten aan vegetatiehoogte en biomassa is niet meer nodig. Een nieuwe techniek maakt het mogelijk om de effecten op het microklimaat direct te meten.

Bericht uitgegeven door Stichting Bargerveen [land] op [publicatiedatum]

Voor het regelen van hun temperatuur hebben veel dieren een gevarieerde omgeving nodig, waarin ze zich kunnen verplaatsen tussen warme en koele plekken. Beheermaatregelen als begrazing zijn gericht op het creëren van zo’n gevarieerde structuur. Eindeloos meten aan vegetatiehoogte en biomassa is niet meer nodig. Een nieuwe techniek maakt het mogelijk om de effecten op het microklimaat direct te meten.

Onderzoekers van Stichting Bargerveen maakten in 24 begraasde en 24 onbegraasde duingebieden honderden foto’s met behulp van een warmtecamera. Deze camera maakt een gewone foto van de vegetatie, maar bepaalt ook voor elke pixel de temperatuur. Deze informatie over de temperatuur werd samen met een statisticus van de Radboud Universiteit Nijmegen geanalyseerd.

Warmtebeeldfoto van vegetatie (foto: Marijn Nijssen)

Correctie
Opwarmend vrouwtje Zandhagedis (foto: Marijn Nijssen)Uiteraard is de temperatuur van de vegetatie van meer factoren afhankelijk dan alleen de structuur. Alle foto’s zijn genomen op onbewolkte dagen. Vervolgens kon gecorrigeerd worden voor datum en het tijdstip van de dag dat de foto werd genomen; beide bepalen immers de stand van de zon en daarmee de mate van instraling. Ook voor de temperatuur van de buitenlucht werd gecorrigeerd en tenslotte werden er verschillende warmteklassen bepaald. De gestandaardiseerde foto’s werden geanalyseerd op basis van de vraag ‘hoe gebruikt een dier zijn leefomgeving voor thermoregulatie?’

Thermoregulatie
De eenvoudigste maat voor variatie is de totale grenslengte van alle overgangen van de ene naar een andere warmteklasse. Vervolgens is een index berekend waarbij de grenzen tussen warmteklassen die sterk verschillen zwaarder mee tellen. Een dier kan dan immers op een kleiner oppervlak zijn temperatuur regelen. Tenslotte is nog de gemiddelde kans berekend dat een dier als hij zich verplaatst in een andere warmteklasse terecht komt. Bij een volledig homogene verdeling van de temperatuur is deze kans 0, een kans van 1 betekent dat een dier bij elke stap in een andere warmteklasse terecht komt.

Toepassing
Begraasde duingraslanden blijken een gevarieerder microklimaat te hebben dan onbegraasde duingraslanden. Op dit moment wordt nog gekeken of de graasdruk of het type vee een andere verdeling van het microklimaat oplevert. Ook in andere onderzoeken zal de methode gebruikt gaan worden, zoals bij een begrazingsexperiment op de Zuid-Limburgse kalkgraslanden. Hieruit moet blijken of een gefaseerd begrazingsbeheer meer variatie in microklimaat oplevert dan het reguliere, integrale begrazingsbeheer.

Begrazing in kustduinen (foto: Marijn Nijssen)

Beide onderzoeken naar effecten van begrazing worden uitgevoerd binnen het programma Ontwikkeling en Beheer van Natuurkwaliteit (O+BN) van het Ministerie van Economische Zaken.

Tekst en foto's: Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen