Hieperdepiep de iepen bloeien
FLORONIn Nederland vind je drie verschillende iepensoorten en een veel voorkomende kruising. Iepen kunnen uitgroeien tot flinke bomen. De bomen hebben een gegroefde bast en soms zelfs kurklijsten. Dankzij de asymmetrische bladvoet zijn iepen in één blik te onderscheiden van andere boomsoorten. Maar daar moet je nog even op wachten tot de bladeren aan de boom zitten.
In maart bloeien de iepen, tegelijkertijd met veel wilgensoorten. Zowel iepen als wilgen zijn zogenaamde naaktbloeiers: zij bloeien voordat het blad zich ontwikkelt. Dat is een uitstekende tijd voor een windbestuiver, omdat er nog geen bladeren aan de bomen zitten kan het stuifmeel makkelijk via de wind naar andere iepenbloemen gewaaid worden.
De bloemen zijn klein en vallen de niet-oplettende blik nauwelijks op. De bloeiwijzen – een groepje bloemen – groeien in de bladoksels van de takken van het voorgaande jaar. Ook hiervoor is een scherpte blik vereist, de bloemstelen zijn zo kort (uitgezonderd de Fladderiep), dat het net lijkt alsof het om een enkele bloem per bladoksel gaat. Kijk je beter, dan zie vele opeengestapelde groene bloemetjes waaruit vier tot acht meeldraden met paarse helmknoppen (de mannelijke geslachtsorganen van een plant) en een vruchtbeginsel met twee stempels (de vrouwelijke). In het vroege voorjaar zijn de in Nederland voorkomende iepen goed te onderscheiden door de bloeiwijzen.
Gladde iep
|
Ruwe iep
|
Fladderiep
|
Hollandse iep
|
Voorkomen iepen in Nederland
In heel Nederland kan je de vier iepensoorten tegen het lijf lopen. In bossen en andere natuurgebieden komen ze doorgaans in kleinere hoeveelheden voor, maar op veel plaatsen worden ze in parken en langs lanen en grachten aangeplant.
Gladde iep
Gladde iep (Ulmus minor), ook wel Veldiep genoemd, is de meest voorkomende iep in Nederland en groeit in loofbossen, langs het water en op de hogere delen van uiterwaarden. Kortdurende overstromingen en droogte zijn geen probleem voor deze boom. Opvallend aan Gladde iep is dat hij soms kurklijsten op de takken heeft. Deze kurkvorming is een dik laagje schors op de takken dat de boom beschermd tegen vraat van dieren. Vooral in de duinen en langs de rivieren wordt dit waargenomen bij Gladde iep.
Ruwe iep
Ruwe iep (Ulmus glabra) komt ook algemeen in Nederland voor, maar aanzienlijk minder dan de Gladde iep. Ruwe iep is een uitgesproken bosbewoner.
Fladderiep
De Fladderiep (Ulmus laevis) is de zeldzame van de vier Nederlandse iepensoorten. Hij groeit langs waterkanten, in bossen en in Zuid-Limburg is hij een trouw bewoner van de holle wegen.
Hollandse iep
De Hollandse iep (Ulmus x hollandica) is een kruising tussen de Gladde en Ruwe iep. Van alle iepen wordt de Hollandse Iep het meest aangeplant als laanboom. Er zijn veel gekweekte variëteiten van de Hollandse iep, waardoor ze onderlinge kleine uiterlijke verschillen kunnen hebben. Net als Gladde iep komt kurkvorming op de takken voor bij Hollandse iep, maar zeker niet bij alle individuen.
Iepenziekte
Veel iepen in binnen- en buitenland hebben te lijden onder de iepenziekte. Deze wordt veroorzaakt door twee schimmels die groeien in de houtvaten van de boom. Als tegenreactie produceert de boom zogenaamde thyllen om de groei van de schimmel te stoppen. Hierdoor raken de houtvaten echter verstopt en sterft de iep binnen enkele maanden tot jaren af. Bomen gebruiken houtvaten om water en mineralen vanuit de wortels naar de bladeren te vervoeren. Een besmette boom herken je aan de vele dode takken. De Grote iepenspintkever en Kleine iepenspintkever zijn verantwoordelijk voor de verspreiding van de schimmels. Daarnaast kan wortelcontact tussen bij elkaar groeiende iepen nieuwe besmettingen veroorzaken.
Met dank aan Arie van den Bremer, auteur van de Basisgids Bomen en struiken, voor het ter beschikking stellen van de foto’s.
Tekst: Leonie Tijsma & Baudewijn Odé, FLORON
Foto's: Stef van Walsum (leadfoto: Gladde iep); Ruud Beringen; Arie van den Bremer