Zweefvliegen in de Nederlandse bossen drastisch afgenomen
EIS Kenniscentrum Insecten, Radboud Universiteit, Universiteit UtrechtOnderzoekers publiceren op 12 april over deze afname van zweefvliegen in Insect Conservation and Diversity. De onderzoekers zagen dat er in de jaren tachtig vooral zeldzame soorten zweefvliegen verdwenen. "Na 2000 zijn ook een aantal voorheen algemene soorten niet meer gezien", vertelt auteur Eelke Jongejans, ecoloog bij de Radboud Universiteit. Zweefvliegen zijn na bijen de belangrijkste bestuivers in ons land en spelen daarmee een belangrijke rol in ons ecosysteem. Een belangrijke groep zweefvliegen eet als larve bladluizen. Juist deze groep is in het natuurgebied het hardst achteruitgegaan.
Vergelijkbaar met eerdere resultaten
Voor deze studie telde de Utrechtse ecoloog Aat Barendregt veertig jaar lang zweefvliegen in een gemengd loof- en naaldbos westelijk van Garderen, dat omringd is door andere bossen. Hij telde vanaf 1982 maar liefst 254 keer de zweefvliegen op dezelfde route van drie kilometer. "Het belang van zo lang dezelfde wandeling maken en nauwkeurig tellen is nu duidelijk, maar de verontrustende bevindingen wegen me zwaar op het hart", zegt Barendregt. Het is de eerste keer dat deze bestuivers zo consistent en langdurig op dezelfde locatie zijn geteld.
De nieuwe resultaten bevestigen de enorme achteruitgang in zweefvliegen die eerder in twee Duitse studies gevonden zijn. "In één studie hebben entomologen in Duitse open graslanden met zes insectenvallen de aantallen insecten geteld, waaronder zweefvliegen", vertelt Jongejans, ook betrokken bij die eerdere studie. "In deze nieuwe studie gaat het om een gemengd bos, met heel andere zweefvliegsoorten. Dat de resultaten grofweg vergelijkbaar zijn, zegt dat het in andere ecosystemen net zo dramatisch gesteld is met de zweefvlieg."
Mogelijke oorzaken
Omdat het onderzochte bos en haar omgeving in de loop der jaren weinig veranderd is, kunnen de onderzoekers het verlies van zweefvliegen niet verklaren uit het beheer van het bos. Externe factoren zijn daarom waarschijnlijk de oorzaak.
De afname is niet alle jaren even sterk geweest. De hardste daling in de aantallen vond plaats in de jaren 1982-1990, gevolgd door een stabilisatie in de jaren negentig. Sinds 2000 dalen de aantallen weer fors. "Zure regen en stikstofdepositie zijn mogelijke verklaringen voor de achteruitgang, alsook de influx van pesticiden", aldus Barendregt. "Het weer tijdens en voorafgaand van de dagen waarop geteld is kon de afname in zweefvliegen niet verklaren, maar dat sluit andere effecten van klimaatverandering niet uit."
Rode Lijst
Theo Zeegers van EIS Kenniscentrum Insecten, en medeauteur, vindt dat er nu snel een Rode Lijst voor zweefvliegen moet komen. "Deze dramatische afnames in zweefvliegen vereist dat we beter kwantificeren welke van de 340 Nederlandse zweefvliegsoorten bedreigd worden. Een Rode Lijst voor zweefvliegen bestaat nog niet, maar is daar wel een bruikbaar instrument voor."
Publicatie
‘Forest hoverfly community collapse: abundance and species richness drop over four decades’, Aat Barendregt, Theo Zeegers, Wouter van Steenis, Eelke Jongejans, Insect Conservation and Diversity.
Tekst: Theo Zeegers, EIS Kenniscentrum Insecten, Eelke Jongejans, Radboud Universiteit, Aat Barendregt, Universiteit Utrecht en Wouter van Steenis
Foto’s: Menno Reemer (leadfoto: grote fopwesp); Bert Oving