Kerkhoven zijn ook belangrijk voor paddenstoelen
Nederlandse Mycologische VerenigingBegraafplaatsen en stadse natuur
Zelfs in de stad zijn plaatsen te vinden waar bijzondere planten, vogels en paddenstoelen in aantal kunnen worden gevonden. Dat zijn de begraafplaatsen. Tijdens een bezoek van een begraafplaats is het altijd de moeite waard om eens rond te kijken. Een begraafplaats is dus geen naargeestige plek voor stadse natuur, integendeel. Neem bij een bezoek wel de stilte in acht en blijf op de paden. Zo troffen wij een stuk hout aan met daarop een korstzwam waarvan we niet meteen wisten wat het kon zijn.
Meegenomen naar huis bleek het om de Gele stekelkorstzwam (Mycoacia uda) te gaan, een soort die helemaal niet zeldzaam is maar blijkbaar altijd door ons werd gemist. Hoe dat komt, is voor ons een raadsel. Zo zie je maar weer dat algemene voorkomende soorten zelfs door gerenommeerde mycologen niet bij voorbaat altijd herkend worden.
Stekelkorstzwammen
Er worden in Nederland vier soorten van het genus Mycoacia (Stekelkorstzwam) onderscheiden. Daarvan moeten er voor een zekere determinatie drie microscopisch worden uitgesleuteld. Alleen voor onze vondst, de algemeen voorkomende Gele stekelkorstzwam, wordt dit blijkbaar niet noodzakelijk geacht. Er wordt vanuit gegaan dat de soort in het veld goed kan worden herkend.
De Gele stekelkorstzwam wordt het hele jaar door aangetroffen, vooral aan de onderzijde van afgestorven loofhouttakken en -stammen. De kans dat je er overheen kijkt, is groot en daardoor wordt het voorkomen waarschijnlijk onderschat. Ze worden vooral op dode takken en stammen van Beuk, Eik en Els aangetroffen. De Gele stekelkorstzwam is rijp in het zomerhalfjaar. In Nederland komt de Gele stekelkorstzwam algemeen voor. In Europa wel overal voorkomend maar vrij zeldzaam.
Herkenning
De korstvormige vruchtlichamen zijn innig vergroeid met dode takken en stammen. Korsten van meerdere centimeters tot decimeters komen voor. Het oppervlak van de korsten bestaat uit wasachtige zwavelgele tot okergele dicht op elkaar staande stekeltjes. De gladde stekeltjes zijn circa twee millimeter lang. Met een druppeltje kaliumhydroxide kleurt het vruchtvlees purperrood en bij twijfel is de soort daarmee gemakkelijk van de andere stekelkorstzwammen te onderscheiden. De basidiosporen zijn cilindrisch tot smal cilindrisch, glad, dunwandig, hyalien, inamyloïde, soms guttulaat, lengte 4,8 tot 5,5 micrometer, breedte 2,5 tot 2,9 micrometer (n=15).
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Piet Brouwer