In natuurgebied de Slikken van de Heen grazen konikpaarden, wisenten en rode geuzen (runderen). Er is gekozen voor deze drie verschillende soorten grazers in de verwachting dat de soorten elkaar in terreinkeuze en vraatgedrag aanvullen en er zo meer variatie in begroeiing ontstaat. Een klein voorbeeld: runderen gebruiken hun tong om lange grassen vast te pakken en los te scheuren. Vervolgens ontstaat voor paarden de mogelijkheid om de kortere grassen met hun tanden nog korter te grazen.
Tijdens veldbezoeken op de Slikken van de Heen bleek dat de wisenten, zeker in het eerste halfjaar, de rode geuzen en konikpaarden actief verjaagden. Dit riep de vragen op in hoeverre de soorten onderling effect op elkaar hebben en of dit per soort leidt tot een ander terreingebruik. In dit soort voedselrijke, vochtige terreinen is hier nog weinig onderzoek naar gedaan.
Onderzoek via de Monte-Carlosimulatie
Studenten Robin van Maaren en Matthias Verhaak van de opleiding Applied Geo-Information Science aan de HAS Hogeschool hebben met data uit GPS-zenders onderzocht of wisenten daadwerkelijk het (foerageer)gedrag en de terreinkeuze van rode geuzen beïnvloeden. Op basis van de terreinvoorkeur van de rode geuzen hebben ze met de computer heel veel willekeurige punten gegenereerd – de zogenaamde Monte-Carlosimulatie – en van die willekeurige locaties de afstand gemeten tot de daadwerkelijke posities van de gezenderde wisent. Vervolgens zijn de uitkomsten vergeleken met de daadwerkelijke afstand van de gezenderde rode geus en de gezenderde wisent. Daaruit blijkt dat de verdeling niet willekeurig is: er wordt met 97,9 procent zekerheid afstand van elkaar gehouden. Hiermee is aangetoond dat wisenten niet alleen de rode geuzen soms wegjagen, maar dat ze ook daadwerkelijk afstand nemen en afstand houden van elkaar.
Meer verschillen dan verwacht
De kaartbeelden met zendergegevens in onderstaande figuur laten zien dat de wisenten meer tijd doorbrengen in het bos en in de ruigtes dan de rode geuzen. Ook lopen de wisenten vaak dwars door dichte velden met adelaarsvarens heen. Ze eten daar geregeld bast van de grauwe wilgen terwijl de rode geuzen dat veel minder doen. Ook blijken de wisenten een voorkeur te hebben voor de delen in het gebied waar geen wandelpaden zijn. Dit komt overeen met de veldobservaties dat de wisenten schuwer zijn dan de rode geuzen en mensen vermijden, zeker wanneer ze in het bos lopen. Toch blijken ze de wandelpaden zelf niet te vermijden.
Dit onderzoek heeft meer inzicht gegeven in de onderlinge verhoudingen tussen verschillende grote grazers in voedselrijke, vochtige natuurgebieden. Hoewel wisent en rode geus een grotendeels vergelijkbaar menu hebben, zoeken ze dit deels op andere plekken binnen het gebied. Verder valt het op dat wisenten meer berkenbomen knakken dan de runderen en dat de begrazing van wisenten subtieler is. Het zijn veel meer snoepers die overal hapjes van nemen terwijl runderen een geliefde voedselbron veel intensiever kort begrazen. Het is goed om te zien dat beide soorten elkaar onderling niet alleen beïnvloeden door meer afstand van elkaar te houden, maar ook elkaar aanvullen door andere delen van het gebied te gebruiken.
Begrazing in de praktijk
Dat paard en rund als grote grazers elkaar aanvullen, is al vaker aangetoond. Dat wisenten daar iets wezenlijks aan toevoegen, was nog niet eerder beschreven. Niet alleen op de Slikken van de Heen, maar ook elders zien beheerders dat de drie soorten een natuurgebied ieder op hun eigen manier benutten en zo elkaar in de begrazing aanvullen. Een reden te meer om ook elders natuurgebieden door wisenten te laten begrazen samen met paarden en runderen.
Tekst: Robin van Maaren en Matthias Verhaak, studenten HAS Applied Geo-Information Science, Pepijn Calle, Het Zeeuwse Landschap, Leo Linnartz, ARK Rewilding Nederland
Beeld: Esther Linnartz; Robin van Maaren; Matthias Verhaak