Zeer droge en zeer warme start van 2022 zorgt voor problemen in de natuur
De Natuurkalender, GLOBE Nederland, Wageningen UniversityWeer worden we geconfronteerd met een zeer droog en zeer warm voorjaar. Gezien vanaf 1 april volgt het neerslagtekort het recordjaar 1976 dat ook vanaf het voorjaar al droog was. De afgelopen jaren werd de natuur, met uitzondering van 2021, met een droge start geconfronteerd. In 2020 was het rond deze tijd van het jaar nog droger. Het uiteindelijk zeer droge 2018 begon juist weer natter dan dit jaar. Het voorjaar van 2011 had echter een nog drogere start van het jaar.
De droogte gaat vaak gepaard met andere weersextremen. Maart was dit jaar record zonnig. De temperatuur is dit jaar ook zeer hoog. De gemiddelde temperatuur van januari tot en met mei (voor de laatste dagen is de meerdaagse verwachting meegenomen) komt uit op de vijfde plaats van warmste jaren in ruim driehonderd jaar. Het is dus zeer warm. We beginnen eraan te wennen. Tijdens een symposium afgelopen week vroeg ik 137 mensen hoe warm ze het vonden. 52 procent vond het vrij warm, 15 procent vond het warm en maar 8 procent vond het zeer warm, het juiste antwoord dus.
Droogtedossier op Nature Today
Al die droge (voor)jaren hebben al heel veel kennis opgeleverd over de effecten ervan op de natuur. Om die kennis beter te ontsluiten hebben we een dossier Droogte aangemaakt. Hierin staan inmiddels al zo’n 240 natuurberichten sinds 2008. De droogte lijkt voorlopig nog niet voorbij, dus de komende weken komen er ongetwijfeld nog veel natuurberichten bij. Hieronder een selectie van effecten die momenteel optreden of te verwachten zijn op basis van die eerdere ervaringen.
Natuur twee weken voor op schema
Allereerst een fenologische update. Op dit moment komen de gele lis en de gewone vlier al in bloei, staan de brem en de witte paardenkastanje al in volle bloei en is de wilde lijsterbes al uitgebloeid aan het raken. Op basis van een vergelijking met historische waarnemingen in de Natuurkalender-database blijkt dat de natuur momenteel zo’n twee weken voor ligt op wat we vijftig jaar geleden een normale ontwikkeling vonden. Een vroeg jaar dus, maar niet extreem vroeg. 2020 had een snellere start, maar vorig jaar was weer twee weken later dan dit jaar vanwege de koude april en mei. Dat is goed te zien aan de GrowApp-series van twee witte paardenkastanjes en een van zomereiken in Wageningen. Geef ook je fenologische waarnemingen door via Natuurkalender.nl of maak je eigen GrowApp-series.
Bekijk de hele GrowApp-timelapse video.
Bekijk de hele GrowApp-timelapsevideo.
Zwaluwen laat
De planten ontwikkelen zich vroeg dit jaar, maar de zwaluwen zijn juist opvallend laat, zo’n twee weken later dan normaal. Ze hebben heel veel last gehad van de grote hoeveelheden Saharazand en het slechte weer. In het zuiden van Spanje is de afgelopen weken heel veel regen gevallen. Zwaluwen lijken meer vertraagd dan andere trekvogels, omdat zij gedurende de trektocht nog continu insecten eten en minder voor de reis opvetten dan andere soorten. Door de slechte weersomstandigheden onderweg was het insectenaanbod beduidend minder. Door de late aankomst lopen ze het risico op een minder succesvol broedseizoen. Hier aangekomen is de vraag wat de droogte doet met het aantal insecten dat beschikbaar is. Voor boerenzwaluwen kan droogte ook nog de bouw en het herstel van nesten beïnvloeden omdat er minder modder beschikbaar is. Hierdoor kunnen nesten minder stevig zijn en gedurende het broeden naar beneden vallen. Mogelijk dat boerenzwaluwen en huiszwaluwen maar één nest jongen groot gaan brengen.
Weidevogels verder in de knel
De vroege start van het groeiseizoen is ook te zien aan de maaidata van weilanden. Het gras wordt zo’n twee weken eerder gemaaid dan wat voor de jaren 1990 van de vorige eeuw gewoon was. Voor de overlevingskansen van de jongen van weidevogels is een vroege maaidatum ongunstig omdat er na het maaien minder (grote) insecten te vinden zijn. Zie ook het natuurbericht ‘Moment van maaien vervroegt sneller dan eilegdatum kievit’ van 11 mei 2018. Dit jaar vormt de droogte een extra uitdaging. De bodem wordt keihard waardoor de snavels minder makkelijk de grond in komen en de bodemdieren dieper in de grond zitten en daarmee onbereikbaar zijn.
Bomen extra last van droogte door te veel stikstof
De droogte vormt uiteraard ook voor allerlei boomsoorten een uitdaging. De standplaats is hier wel van belang omdat dit de toegang tot grondwater bepaalt. Bomen op de zandgronden hebben het extra zwaar door de beperkte aanwezigheid van grondwater. De kwetsbaarheid van bomen is toegenomen door de hoge stikstofdepositie. Door de grote hoeveelheid stikstof hebben boomsoorten als beuk en zomereik naar verhouding een grotere kroon en minder wortels die ook nog eens minder diep gaan. Een toename van de verdamping door de hoge temperaturen en veel zon kan daarmee nog minder goed gecompenseerd worden.
Om de verdamping te beperken sluiten de huidmondjes zich met als gevolg dat er minder CO2 opgenomen kan worden en de fotosynthese afneemt. Hierdoor vertraagt of stopt de groei. Uit dendrometermetingen van Wageningen University & Research bleek dat stammen in 2018 zelfs in omvang krompen. Bijzonder van de afgelopen jaren was dat er een meerjarige groeidepressie was omdat het zeer droge 2018 werd gevolgd door droogte in 2019 met een zeer sterke hittegolf en vervolgens weer een droog 2020. Uit het onderzoek bleek dat zomereiken wel goed bestand zijn tegen zomerdroogte maar niet tegen droogte in het voorjaar.
Race tegen de klok voor dikkopjes
Door het uitblijven van neerslag, veel zon en (zeer) hoge temperaturen is de verdamping hoog en verdwijnen plassen en komen allerlei sloten, beken en vennen droog te staan. Het wordt een race tegen de klok voor dikkopjes. De gedaantewisseling naar volwassen kikkers en padden moet plaatsvinden voordat het water verdwenen is. Zie ook het RAVON-bericht van 15 juni 2011 ’Geboortegolf onder kikkers en padden’. In het natuurbericht van 11 mei 2020 ‘Droogtecrisis funest voor bedreigde fauna: stikstofmaatregelen deel van oplossing?’ meldt RAVON dat ook salamanders en vissoorten ernstig te lijden hebben van droogte. Van de kamsalamander zijn uit Brabantse Natura 2000-gebieden poelen bekend die in 2018 en 2019 omstreeks juni zijn drooggevallen, waardoor een generatie larven als verloren moet worden beschouwd. Vijftig tot zestig procent van de populaties beekprikken en rivierdonderpadden in beken werden in 2018 en 2019 acuut bedreigd werd door droogvalproblematiek.
Ook zelfs de grote modderkruiper, een vis waarvan bekend is dat de soort enkele weken van droogte kan overleven, blijkt in verschillende sloten te zijn uitgestorven die in 2018 langdurig hebben drooggestaan.
Waterinlaat leidt ook tot problemen
Om de waterstanden niet al te veel te laten zakken wordt er water ingelaten. Gebiedsvreemd water kan allerlei negatieve effecten op de natuur hebben. Rivierwater bevat vaak grote hoeveelheden stikstof, fosfor en sulfaat wat leidt tot vermesting. Weinig regen en veel zonneschijn bevordert de algengroei in het water wat de waterkwaliteit verder omlaag brengt.
Momenteel wordt ook het waterpeil in het IJsselmeer opgezet om een extra zoetwaterbuffer op te bouwen voor de landbouw. Eerder zorgde dit, in combinatie met sterke westenwind, voor het onderlopen van de nesten van grondbroedende vogels zoals kluten en visdieven.
Levendbarende hagedis en adder
Reptielen staan bekend als zonminnende dieren, maar diverse soorten hebben ook voldoende vocht nodig. Levendbarende hagedissen en adders houden bijvoorbeeld van een vochtige omgeving. Als het te droog is, kunnen zij zich minder goed voortplanten. Ook bleken reptielenpopulaties de afgelopen jaren last te hebben van branden. Door de grote brand in het Fochteloërveen in het voorjaar van 2011 zijn duizenden hagedissen en slangen verbrand. Het hoogveengebied is een van de belangrijkste bolwerken voor reptielen in Nederland. De schatting was toen dat tussen de vijf en tien procent van in het gebied levende reptielen deze brand niet overleefd had.
Zeer matig paddenstoelenvoorjaar
De Nederlandse Mycologische Vereniging constateerde in hun natuurbericht van afgelopen donderdag al dat het voorjaar van 2022 overal in het land zeer matig is voor paddenstoelen. Aanhoudende droogte, veel zonneschijn en dan ook in april nog regelmatig nachtvorst hebben niet gunstig uitgepakt voor de paddenstoelen. Uit het natuurbericht ‘Door droogte minder perzikbomen aangetast door Perzik-krulziekte‘ van 18 mei 2011 blijkt wel dat de droogte goed nieuws is voor mensen die perziken proberen te kweken in hun achtertuin.
Blijven de dagkoersen van de vlinders stijgen?
In het natuurbericht ‘Dagkoersen: veel vlinders dit voorjaar’ van 9 mei concludeerde De Vlinderstichting dat dit voorjaar tot nu toe veel vlinders gevlogen hebben. Kars Veling maakte echter al het voorbehoud dat de dagkoersen sterk afhankelijk zijn van de weersomstandigheden op verschillende momenten in het jaar. In het natuurbericht van 25 augustus 2020 ‘Droogte hakt er in bij vlinders’ werd de balans opgemaakt na de droogte in dat jaar. Allerlei vlindersoorten zoals kleine heivlinder, heivlinder, kommavlinder, veenhooibeestje en veenbesblauwtje hebben toen zwaar te lijden gehad onder de droge omstandigheden.
De komende weken zullen we ongetwijfeld allerlei updates krijgen op Nature Today over wat de effecten van de droogte en zeer hoge temperaturen zijn op de natuur. Het is belangrijk om continu te leren van al deze weersomstandigheden en na te denken over hoe het zou kunnen zijn als het weer nog extremer wordt, want dat lijkt onvermijdelijk te zijn. Het blijft dus belangrijk om natuurwaarnemingen door te geven en gebruik te maken van alle kennis die er al is. Het Droogtedossier geeft in ieder geval snel toegang tot droogtegerelateerde natuurberichten.
Tekst: Arnold van Vliet en Wichertje Bron, De Natuurkalender, Wageningen University & Research
Foto’s: Arnold van Vliet (leadfoto: gewone vlier in bloei); GrowApp.today