Genoom dwergzwijntje toont hoe Aziatisch wild zwijn Europa succesvol koloniseerde
Wageningen UniversityEen van de onopgeloste vraagstukken in de evolutionaire biologie is hoe het komt dat sommige diersoorten zeer succesvol zijn in het koloniseren van omvangrijke gebieden, vaak een heel continent. Wilde zwijnen vormen, net als mensen, daarbij een goed voorbeeld van een soort die haar leefgebied drastisch heeft uitgebreid.
Wilde zwijnen koloniseerden een heel continent
Eén of twee miljoen jaar geleden koloniseerden wilde zwijnen vanuit Zuidoost-Azië het Euraziatische continent en Noord-Afrika. Zij namen de plaats in van een groot aantal andere varkensachtige soorten die in de oorspronkelijke gebieden leefden.
De enige varkensachtige soort op het vasteland van Eurazië die deze uitbreiding van wilde zwijnen weerstond, is het dwergzwijn (Porcula salvania). Het dwergzwijntje is de kleinste en zeldzaamste levende wilde varkenssoort. Het dier leeft aan de voet van de Himalaya in Noordoost-India en verkeert, ondanks de inspanningen van het Pygmy Hog Conservation Program in Assam, op de rand van uitsterven. Dwergzwijnen bieden als enige Euraziatische overlevende op het vasteland een unieke gelegenheid om te onderzoeken of wilde zwijnen kruisten (genetisch materiaal uitwisselden) met lokale varkenssoorten toen zij hun verspreidingsgebied uitbreidden met Eurazië.
Wilde zwijnen kruisten met nu uitgestorven soort
Onderzoekers van de leerstoelgroep Fokkerij en Genomica van Wageningen University & Research waren in staat om de complete genomen van zes dwergzwijnen te sequensen. Ze vergeleken de DNA-sequenties met de genomen van een aantal Euraziatische populaties wilde zwijnen, varkenssoorten uit Indonesië, Maleisië en de Filippijnen, Afrikaanse varkens en babiroessa's of hertzwijnen uit Sulawesi. De analyse reflecteert de opmerkelijke kruising van wilde zwijnen tijdens hun kolonisering van Eurazië. Ze kruisten zeker drie keer: één keer met het dwergzwijntje, één keer met varkens uit de Indonesische archipel en, opmerkelijk, één maal met een nu uitgestorven varkenssoort.
Kruisen ondersteunde succes
De onderzoeksresultaten suggereren dat de verbreiding van wilde zwijnen gemakkelijker verliep doordat de dieren genetisch materiaal uitwisselden met lokale varkenssoorten. Dus in plaats van de varkenssoorten te vervangen gedurende hun uitbreiding, lijkt het erop dat wilde zwijnen deels andere soorten absorbeerden. Het succes van het wild zwijn bij het uitbreiden van zijn leefgebied is dus eerder het resultaat van adaptieve voordelen die kruisingen bieden.
Parallel aan menselijke expansie
Het is opmerkelijk dat deze kruising tot op zekere hoogte parallel loopt met de menselijke uitbreiding vanuit Afrika, waar mensen ‘kruisten’ met Neanderthalers en Denisovans. De resultaten suggereren dus dat onderling kruisen een rol kan spelen als een drijvende evolutionair-biologische kracht die het succes van een zich verbreidende soort faciliteert. Bovendien geeft de studie inzicht in de evolutionaire hypothese van massale soortvervanging die tijdens soortvorming kan plaatsvinden.
Tekst: Wageningen University & Research
Foto: A.J.T. Johnsingh, CC BY-SA 3.0 (leadfoto: dwergzwijn); Rudmer Zwerver, Saxifraga