Het libellenseizoen is losgebarsten!
De VlinderstichtingIn ‘normale’ jaren verschijnt na de vuurjuffer eerst de noordse witsnuitlibel, daarna de smaragdlibellen, de viervlekken, venwitsnuitlibellen; en na een tijdje zijn alle voorjaarssoorten er weer. Hierbij zijn voor de verschillende soorten duidelijke pieken in uitsluipen te zien. De larven wachten onder water op het goede moment. Als je op de juiste dag bij een vennentje bent kun je overal uitsluipende noordse witsnuitlibellen zien, of enige tijd later smaragdlibellen. Dit jaar gaat het anders. Het was lange tijd vrij koud en daarna waren er ineens zomerse temperaturen. De vuurjuffers waren wat aan de late kant, maar toen het warm werd begonnen ze massaal uit te sluipen. En nu vliegen niet alleen de vuurjuffers, maar meteen heel veel soorten. Er is geen sprake van een nette opeenvolging: alle voorjaarslibellen komen gewoon tegelijk. Zo vliegen beekrombouten, grote roodoogjuffers, glassnijders, platbuiken en viervlekken nu allemaal al.
Variabele waterjuffers en maanwaterjuffers worden al veel gemeld, en de lantaarntjes gaan ook vliegen. Als het komend weekend inderdaad weer mooi weer wordt, zoals nu de verwachting is, kunnen we nog veel meer uitsluipende libellen verwachten. Je kunt ze dan met hun larvenhuidje in de oevervegetatie vinden, en met een beetje geluk kun je ook het uitsluipen zelf zien. Maar kijk zeker ook op windstille zonnige plekjes in de buurt van het water: daar kun je de jonge libellen vinden. Deze dieren moeten nog uitharden en flink eten voor ze teruggaan naar het water om eieren te leggen of vrouwtjes te vinden. Dit jaar kun je daar dus veel verschillende soorten tegelijk zien.
Tekst: Roy van Grunsven, De Vlinderstichting
Foto’s: Roy van Grunsven; Kars Veling (leadfoto: beekrombout)