Dassenkalender november: De das en de mens
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]
De relatie tussen de mens en de das heeft in de geschiedenis ups en downs gekend. In de Romeinse tijd geloofde men bijvoorbeeld dat de das een beschermende kracht had. In Zuid-Duitsland werd de das als voorspeller van het weer gezien. Dat is misschien minder fabelachtig dan je denkt.
Zielendier
In de Germaanse tijd werd de das gezien als een ‘elfjesachtig zielendier’. Marcel De Cleene en Jean-Pierre de Keersmaeker schrijven er in hun lijvige boek Compendium van dieren als dragers van cultuur lezenswaardige dingen over. Dassen trokken ‘als een zwijn mee in het gevolg van Vrouw Holda tijdens de Wilde Jacht’. Tijdens de wilde jacht raasde een joelend dodenleger onder leiding van de oppergod Wodan door de nachtelijke lucht. De verschijning werd gezien als een voorbode van onweer.
Beschermdier
Later, in de Romeinse tijd, werd de das zoals gezegd vooral gezien als beschermdier. Dassenpoten werden als amulet aan de halsbanden van honden of aan de schouders van kinderen vastgemaakt. Een stuk dassenvel zou paarden tegen tovenarij en ongedierte beschermen. In de Italiaanse streek rond Verona ontstond onder jagers op een gegeven moment een heel ander ‘geloof’. Zij vreesden dat dassen die door hen tijdens de jacht werden opgeschrikt in hun geslachtsdelen zouden bijten.
Dassenleversoep
Minder vermakelijk is het gebruik van dassen in de volksgeneeskunde. In heel Europa gold dassenvet als universeel geneesmiddel. Er worden ook tal van miraculeuze werkingen aan andere lichaamsdelen van dassen toegeschreven. Zo zou dassenleversoep helpen tegen een slechte adem en is zalf gemaakt van een dassenhart goed tegen jicht en rugpijnen. In die zin lijkt het veel op het nog steeds levendige gebruik van het vet van de alpenmarmot in de Alpenlanden. Maar bij al deze ‘geneesmiddelen’ lijkt de kracht van het geloof belangrijker dan een bewezen genezende werking.
Jachtverbod
Zo lang is het gebruik dassenvet trouwens nog niet uit Nederland verdwenen. In het Limburgsch dagblad van 13 mei 1978 wordt Lei Loozen geïnterviewd. Hij vertelt dat hij silocoselijders (stoflongen bij mijnwerkers) kon helpen met zijn recept: ‘Wat dassenvet in een hete kop koffie of thee met suiker maakt het slijm los.’ Hij maakte met dit argument bezwaar tegen het jachtverbod op dassen dat in 1967 werd ingesteld. Formeel werd de vrije jacht op dassen in 1942 al aan banden gelegd, maar met een vergunning ging de jacht op dassen nog bijna 25 jaar door. Mede hierdoor was de das in die tijd nagenoeg uit Nederland verdwenen.
Moderne tijd
In deze moderne tijd zijn ontmoetingen tussen mensen en dassen van geheel andere aard. De meeste vinden plaats op de weg, vaak met onfortuinlijke afloop voor de dassen. Jaarlijks worden dan ook vele dassen doodgereden. Aanleg van geleidende rasters en faunabuizen kan veel aanrijdingen voorkomen, maar de ‘geldpotjes’ voor de aanleg van deze voorzieningen zijn steeds vaker leeg. De veel gehoorde stelling dat het ook niet meer zo nodig is omdat het immers goed gaat met de das, is wel een beetje wrang. Alsof daarmee onze verantwoordelijkheid ophoudt. De Zoogdiervereniging blijft dan ook pleiten om vooral bij de herinrichting van gemeentelijke en provinciale wegen goed naar de knelpunten te kijken.
Lokale dassenwerkgroepen hebben goed zicht waar oplossing van knelpunten het meest urgent is. Ook vragen we aandacht voor onderhoud van al bestaande faunavoorzieningen. Door dichtgroeien van de aanlooproute of de buis zelf, is later gebruik door dassen niet meer mogelijk en zoeken ze alsnog een onveiliger manier om wegen over te steken.
Jaar van de das
De Zoogdiervereniging en Das&Boom hebben 2015 uitgeroepen tot Jaar van de Das. Kijk voor meer informatie op www.jaarvandedas.nl.
Tekst en foto's: Aaldrik Pot, Zoogdiervereniging