IJsvogel doet het goed
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door de Vogelbescherming op donderdag 7 augustus 2008
Het gaat goed met de ijsvogel! Dat is goed nieuws, want lange tijd is dat niet zo geweest. Dit jaar zijn er meer dan 650 broedpaartjes geteld, terwijl dat er tien jaar geleden minder dan 50 waren. Dus hou je ogen goed open, dan zie je de ijsblauwe vogel misschien voorbij scheren.
Wil je een ijsvogel zien? Zoek dan een stil plekje bij een beek. Grote kans dat je het oranjeblauwe vogeltje daar tegen komt. IJsvogels duiken in helder, liefst stromend water naar visjes en insecten. Bij het duiken wordt het oog beschermd door een speciale ‘duikbril’: een transparant vlies dat voor het oog schuift en het beschermt. IJsvogels graven hun nesthol uit in steile oevers aan het water.
Sinds 2004 staat de ijsvogel niet meer op de Rode Lijst van beschermde soorten. Een mooie opsteker, want strenge winters en slechte beken zorgden er voor dat het slecht ging met de ijsvogel. In 1997 broeden er nog maar 35 tot 50 paar in ons land.
Vogelbescherming Nederland startte daarom in de jaren ’90 met het Project IJsvogel, een initiatief om de beken te herstellen. Want als het goed gaat met de beken, dan profiteert de ijsvogel daar van. Rechte kanaaltjes werden omgetoverd tot vrij kronkelende stromende beekjes. Daardoor ontstonden steile oeverwanden, die de ijsvogels nodig hebben om een nestje in te kunnen graven. Omgevallen bomen werden geschikt gemaakt als broedplaats voor de ijsvogel. Maar bovenal werd de waterkwaliteit in de Nederlandse beken zo sterk verbeterd, dat de ijsvogels er weer kunnen vissen.
Het project heeft zijn vruchten afgeworpen, want het gaat dus goed met de ijsvogel. Elk jaar neemt hun aantal nog toe, dus de kans dat u er één ziet wordt alleen maar groter.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland
Foto: Martin Hierck